Als u dit leest ben ik, als het goed is, in Jeruzalem. Eigenlijk had hier niet moeten staan ‘als het goed is’, maar ‘Deo Volente’, oftewel ‘als God het wil’. Je hoort het niet veel meer, of het moet zijn als ‘insjallah’, wat uiteraard hetzelfde is. Maar voorheen werd er in protestantse kring geen toekomstige datum genoemd zonder het Deo Volente eraan toe te voegen, vaak afgekort als DV.
Kleine anekdote, uit het begin van de jaren tachtig. Op de kerkredactie van Trouw bivakkeert enkele weken een jonge stagiair, afkomstig uit een zeer gereformeerd nest. Deze stagiair mag zich verheugen in de belangstelling van Bert Klei, die als columnist – gelíefde columnist – het kerkleven op mild ironische wijze aanschouwt. Klei heeft in de stagiair iemand ontdekt die de tale Kanaäns verstaat en overhandigt hem een persbericht van de SGP. Daarin wordt protest aangetekend tegen een verderfelijke wet - ik denk dat het de abortuswet was - die DV dan-en-dan in werking zou treden. Groot plezier bij Klei als hij merkt dat de stagiair de grap hiervan begrijpt, grote trots bij de stagiair dat hij een schouderklopje van Klei mag ontvangen. Einde anekdote.
In Jeruzalem logeer ik vlak bij de markt Mahane Yehuda, die ik ken van een eerder bezoek; bijna een stad in zichzelf, met verleidelijke restaurantjes tussen de kramen. Maar wat ik niet wist, is dat hier op 30 juli 1997 bij twee Palestijnse zelfmoordaanslagen zestien doden en 180 gewonden vielen - ik las erover in een boek van David Grossman, getiteld Angst vreet de ziel op. Het is geen reden om de markt te mijden, wie plekken van bloedvergieten wil vermijden, komt in Jeruzalem niet ver. In de Palestijnse gebieden ook niet, trouwens. Niemand weet dat beter dan Grossman, wiens werk vervlochten is met de jongste geschiedenis van het heilige land. In november ontvangt hij de Erasmusprijs, het is vanwege een gesprek met hem dat ik in Jeruzalem ben.
Er zit, schrijft Grossman, ‘te veel heiligheid in de lucht van Jeruzalem’. Uit zijn jeugd herinnert hij zich een achteraf tuintje, waar in grote graffitiletters stond geschreven: ‘Heilige plaats, verboden te pissen!’ Dat vat het wel zo’n beetje samen: “Het is moeilijk hier een normaal, onbetekenend leven te leiden. (...) Zelfs doodgewone mensen zijn vervuld van een vreemd soort eigendunk die wordt gevoed door het glorierijke verleden. Ze zijn snel beledigd en hebben altijd het gevoel dat ze iets ontzagwekkends vertegenwoordigen.”
De heiligheid van heilige plekken is een twijfelachtig voorrecht, maar al te vaak menen mensen dat ze zelf ook een beetje heilig zijn als ze op zulke plekken wonen. Of als ze erom vechten. Dat doet zich niet alleen in Israël voor, zie alleen al het religieus-mythische aureool dat Vladimir Poetin zijn oorlog tegen Oekraïne heeft gegeven. Het idee van een heilig land is alleen te verdragen in de omschrijving die de Joodse filosoof Emmanuel Levinas eraan gaf: “Dat betekent een land dat geen onrechtvaardigheid verdraagt, dat de onrechtvaardigheid uitspuwt. Dat is een land waar de zonde niet kan gedijen, een land dat geen sociale onrechtvaardigheid duldt.”
Is er een land dat hieraan kan voldoen? Ik denk het niet. Maar misschien, Deo Volente, heb ik het mis.
Drie keer per week schrijft Stevo Akkerman een column waarin hij de ‘keiharde nuance’ en het ‘onverbiddelijke enerzijds-anderzijds’ preekt. Lees ze hier terug.
Te veel heiligheid in de Jeruzalemse lucht
Als u dit leest ben ik, als het goed is, in Jeruzalem. Eigenlijk had hier niet moeten staan ‘als het goed is’, maar ‘Deo Volente’, oftewel ‘als God het wil’. Je hoort het niet veel meer, of het moet zijn als ‘insjallah’, wat uiteraard hetzelfde is. Maar voorheen werd er in protestantse kring geen toekomstige datum genoemd zonder het Deo Volente eraan toe te voegen, vaak afgekort als DV.
Kleine anekdote, uit het begin van de jaren tachtig. Op de kerkredactie van Trouw bivakkeert enkele weken een jonge stagiair, afkomstig uit een zeer gereformeerd nest. Deze stagiair mag zich verheugen in de belangstelling van Bert Klei, die als columnist – gelíefde columnist – het kerkleven op mild ironische wijze aanschouwt. Klei heeft in de stagiair iemand ontdekt die de tale Kanaäns verstaat en overhandigt hem een persbericht van de SGP.........
© Trouw
visit website