Hoe ondiplomatiek kan het toeval zijn. Stuurt het kabinet Sigrid Kaag als vicepremier naar Suriname om iets te doen aan de onvrede over het lompe optreden van Nederland inzake de slavernij-excuses, verschijnt er tegelijkertijd een rapport dat concludeert dat ons ministerie van buitenlandse zaken ‘een broeinest van racisme’ is, zoals Trouw schreef. Grote kans dat dit in Paramaribo niet onopgemerkt is gebleven.

Of zou het toeval niet bestaan? Dan zou je moet moeten erkennen dat deze samenloop te maken heeft met wat opeens in een stroomversnelling is geraakt: het proces van historisch zelfonderzoek, inclusief het afleggen van rekenschap en het spreekwoordelijke trekken van lessen.

Helemaal van harte gaat het niet. Premier Rutte zei in 2020 nog dat excuses voor het slavernijverleden slechts “polariserend” zouden werken en hij waarschuwde vorig jaar voor “morele verhevenheid” jegens het voorgeslacht. Maar inmiddels is hij van gedachten veranderd. Zo ging het ook met het begrip ‘institutioneel racisme’; lang hield de premier vol dat dit nutteloos “sociologisch jargon”, was maar na het rapport over het toeslagenschandaal werd dat onmogelijk. Het bestond echt, zo erkende het kabinet afgelopen mei.

Van de slavernij naar de toeslagen is een grote sprong, dat geef ik toe, en naar Buitenlandse Zaken ook. Maar dat wil niet zeggen dat het niets met elkaar te maken heeft. Neem als voorbeeld de ongelijke positie van vrouwen. Wie weet dat getrouwde vrouwen tot 1956 nog wettelijk handelingsonbekwaam werden geacht, begrijpt waarom zij nog steeds een achterstand hebben en dat dit voortkomt uit diep ingesleten ideeën over de verhouding tussen de geslachten. Ga vervolgens van 1956 terug naar 1873 en je belandt in het jaar waarin een einde kwam aan de slavernij, een systeem gevoed door christelijke en sociaal-darwinistische ideeën over de hiërarchie tussen de rassen.

“De neger is wel een ‘mens’, maar toch niet geheel als wij”, schreef in 1884 Frederik van Eeden, de vader van de schrijver, oprichter van het Koloniaal museum in Haarlem. “Hij is lui van natuur en als hij door zachte dwang tot arbeiden wordt genoodzaakt is hij veel gelukkiger dan wanneer hij volkomen gelijk gesteld wordt met de Europeaan.” De formulering is achterhaald, maar de stereotypering is niet verdwenen, onze samenleving draagt er nog steeds de sporen van. Uit het rapport over Buitenlandse Zaken: “Bij een directie werd stelselmatig door een groep medewerkers de term ‘apen’ gebruikt om bepaalde bevolkingsgroepen te omschrijven. Er zijn ook voorbeelden genoemd waarbij inferieure eigenschappen worden toegeschreven aan bevolkingsgroepen, zoals ‘vieze zwarte man’ en ‘stinkende mensen met hoofddoekjes’.”

Iedereen voelt aan: als je excuses wilt aanbieden voor de slavernij, dan mag je het hedendaagse racisme niet ongenoemd laten. Hoe zouden je verontschuldigingen anders aanvaard kunnen worden? Maar ook: hoe zou je dat racisme kunnen begrijpen, als je niet wist waar we vandaan kwamen?

Er is anderhalve eeuw verstreken en toch is het heden geen wit vel papier, er is al op geschreven. Wij zetten een verhaal voort, of we willen of niet. Maar wij bepalen wel het vervolg.

Drie keer per week schrijft Stevo Akkerman een column waarin hij de ‘keiharde nuance’ en het ‘onverbiddelijke enerzijds-anderzijds’ preekt. Lees ze hier terug.

QOSHE - Onze samenleving draagt nog steeds sporen van slavernij - Stevo Akkerman
menu_open
Columnists . News Actual . Favourites . Archive
We use cookies to provide some features and experiences in QOSHE

More information  .  Close
Aa Aa Aa
- A +

Onze samenleving draagt nog steeds sporen van slavernij

9 10 4
14.12.2022

Hoe ondiplomatiek kan het toeval zijn. Stuurt het kabinet Sigrid Kaag als vicepremier naar Suriname om iets te doen aan de onvrede over het lompe optreden van Nederland inzake de slavernij-excuses, verschijnt er tegelijkertijd een rapport dat concludeert dat ons ministerie van buitenlandse zaken ‘een broeinest van racisme’ is, zoals Trouw schreef. Grote kans dat dit in Paramaribo niet onopgemerkt is gebleven.

Of zou het toeval niet bestaan? Dan zou je moet moeten erkennen dat deze samenloop te maken heeft met wat opeens in een stroomversnelling is geraakt: het proces van historisch zelfonderzoek, inclusief het afleggen van rekenschap en het spreekwoordelijke trekken van lessen.

Helemaal van harte gaat het niet. Premier Rutte zei in 2020 nog dat excuses voor het slavernijverleden slechts “polariserend” zouden........

© Trouw


Get it on Google Play