Wanneer je ruim acht maanden zwanger bent, wordt je wereld nogal klein. De laatste tijd ben ik dan ook voornamelijk bezig met het vergelijken van de beste billendoekjes en waterdichte matrasbeschermers. Ik heb me laten vertellen dat dit in zwangerschapsjargon ‘nesteldrang’ heet – weer een nieuw woord om toe te voegen aan mijn vocabulaire.
Vanwege die nesteldrang gingen mijn vriend en ik onlangs naar Prénatal. Het babywarenhuis bleek op een industrieterrein aan de rand van Zuidoost te liggen. Omdat we geen auto hebben, gingen we met de metro. Daarna moesten we een half uur lopen. Nu ben ik sowieso geen miss sporty, maar als je hoogzwanger bent, is zo’n wandeling gewoon echt zwaar.
Eenmaal binnen raakten we overweldigd door het enorme aanbod. Naast talloze rompertjes hadden we de keuze uit twintig verschillende verschoonmatjes, vijftig soorten melkflessen, zeventig draagzakken en weet-ik-veel hoeveel kinderwagens (ik overdrijf natuurlijk, maar zo voelde het). Er was zóveel keuze dat we door de bomen het bos niet meer zagen.
Net op het moment dat ik een schattige Nijntjewipstoel van een paar tientjes vasthield, hoorde ik een vrouw tegen haar partner zeggen: “Laten wíj een automatisch draaiende wipstoel nemen. Hij kost wel 400 euro, maar ik wil alleen het beste voor mijn kind.” Ik keek haar verward aan. Wilde ik dan níet het beste voor mijn kind?
Het is een van de dingen waar ik me aan erger. De ‘moedermaffia’ weet alles beter. Deze groep pleit niet alleen voor het kopen van de duurste spullen, ook over de bevalling hebben ze hun eigen (dwingende) ideeën. Een ruggenprik is taboe; dat verstoort de ‘natuurlijke ervaring’. Daarnaast mag je pas 40 dagen na de bevalling kraambezoek ontvangen, anders is het ‘slecht’ voor de hechting.
Van de week viel mijn oog op een reportage over zwangere vrouwen in Oekraïne. Sinds het begin van de oorlog, 10 maanden geleden, is het aantal (aan stress gerelateerde) vroeggeboortes daar drastisch toegenomen. Wat moet het zenuwslopend zijn om te bevallen in oorlogstijd. De voorbeelden van Russische raketaanvallen op kraamklinieken en bevallingen die plaatsvinden in schuilkelders zijn legio.
Het maakt me nog bozer op de Nederlandse moedermaffia. Een Oekraïense moeder is écht niet bezig met de duurste producten, een gevecht tegen ruggenprikken of 40 dagen ‘cocoonen’. Ze mogen blij zijn als hun baby het overleeft. Zelf mag ik ook wel wat minder zeuren: wat maakt het uit om een half uurtje te moeten lopen? En wat een ramp om overweldigd te raken door het aanbod bij Prénatal, arme ik.
Deze dagen denk ik dus extra vaak aan (aanstaande) moeders in Oekraïne en andere oorlogsgebieden. Tegelijkertijd trek ik me even terug in mijn eigen bubbel: tot mei ga ik met zwangerschapsverlof. Voor nu wens ik u een heel gelukkig 2023.
En o ja, die ‘goedkope’ Nijntje-wipstoel heb ik trouwens gewoon gekocht.
Natascha van Weezel (1986) is journalist. Elke maandag schrijft ze een column voor Het Parool. Dit was voorlopig haar laatste column vanwege zwangerschapsverlof.
Reageren? natascha@parool.nl.
De ‘moedermaffia’ weet alles beter De ‘moedermaffia’ weet alles beter
Wanneer je ruim acht maanden zwanger bent, wordt je wereld nogal klein. De laatste tijd ben ik dan ook voornamelijk bezig met het vergelijken van de beste billendoekjes en waterdichte matrasbeschermers. Ik heb me laten vertellen dat dit in zwangerschapsjargon ‘nesteldrang’ heet – weer een nieuw woord om toe te voegen aan mijn vocabulaire.
Vanwege die nesteldrang gingen mijn vriend en ik onlangs naar Prénatal. Het babywarenhuis bleek op een industrieterrein aan de rand van Zuidoost te liggen. Omdat we geen auto hebben, gingen we met de metro. Daarna moesten we een half uur lopen. Nu ben ik sowieso geen miss sporty, maar als je hoogzwanger bent, is zo’n wandeling gewoon echt zwaar.
Eenmaal binnen raakten we overweldigd door het enorme aanbod. Naast talloze rompertjes........
© Parool
visit website