Een jaar geleden waren de straten uitgestorven. Nu stromen ze vol, maar is mijn vader dood. Elk nieuw getij kent zijn eigen ellende. Dat is nu eenmaal hoe het gaat. Deze persoonlijke shit raakt ons gelukkig niet allemaal. Ik gun iedereen de volle pleinen en cafés, al trek ik mezelf het liefst even terug in mijn cocon. Ik volg het nieuws nog wel. Dat kan ik niet laten.
Er zijn meer dingen veranderd. Hugo de Jonge geeft geen hoogdravende persconferenties meer vol Xenospoëzie, hij gaat nu over Wonen. En eerlijk is eerlijk: hij weet – zeker voor een CDA’er – vastgoedproleten opvallend succesvol het leven zuur te maken.
Heus: ik maak me geen illusies over het narcisme van Hugo de Jonge. De mondkapjesdeal blijft een staaltje cynische machtspolitiek, wellicht genoeg voor een aftocht. Maar evengoed mag, na al mijn kritiek op zijn vorige ministerschap, worden benoemd dat zijn onverschrokken bulldozermentaliteit en bewonderenswaardige doorzettingsvermogen nu een stuk beter uitpakken. Als de steenrijke zakkenvullers die alsmaar praten over ‘pandjes’ en ‘rendement’ allemaal woedend op je zijn, dan doe je iets goed. We zijn in elk geval op de weg terug van ‘woningmarkt’ naar ‘volkshuisvesting’. Dat kan allemaal nog een stuk rigoureuzer, maar in de kerstgedachte koester ik ook eens de progressie die wél wordt gemaakt.
Ben ik misschien milder, nu mijn vader dood is? Zou dat kunnen? Zou het zo blijven of gaat dat weer over? Ben ik gewoon doodmoe? Ook dit jaar: een tweede kind gekregen, een film en een boek uitgebracht, begonnen aan een nieuwe baan. Ik zou liegen als ik zou zeggen dat de wereldproblematiek me momenteel evenveel raakt als altijd. Dat kan alleen door mijn bevoorrechte positie, dat besef ik dondersgoed, maar het is wel even prettig. Die mildheid. De verstilling. Zoeken. Als de dood zo dichtbij langskomt, valt alle ruis weg. Je doet weer een paar jassen uit.
Bovendien: niet voor niets was het laatste echte gesprek dat mijn vader en ik hadden het interview voor mijn documentaire What’s Left, waarin hij heel even vergat dat hij ziek was en me zijn laatste les gaf: “Let op je karakter, dat je niet te veel doorslaat.”
Waar begint het doorslaan? De mildheid is voor nu aangenaam en zinvol, maar mag niet omslaan in een nieuw soort onverschilligheid, die verdacht veel lijkt op de oude neiging naar holle verbinding. Stop! Niet te veel reflecteren. Dat is mijn enige goede voornemen. Weg met die eeuwige helikopterblik.
Ik hoef maar in de helblauwe ogen van mijn dochter Leah te kijken, ze is zes maanden oud nu, of in die van mijn zoon James, donkerbruin, en glinsterend, zelfs in het flauwste licht, om me te realiseren dat de mildheid me nu even goed staat. Het vuur zal heus niet doven, ik zal niet onverschillig worden, en op een dag zal ik weer fel opschrijven dat Hugo de Jonge moet opstappen. Maar nu niet. Nee: voor nu koester ik de verstilde dagen, waarin het temperament even in kalmer vaarwater blijft. Het is best zo. Ik wens u allen een zalige kerst!
Johan Fretz is schrijver en theatermaker. Hij schrijft elke zaterdag een column voor Het Parool.
Op een dag zeg ik weer Hugo de Jonge moet opstappen Op een dag zeg ik weer Hugo de Jonge moet opstappen
Een jaar geleden waren de straten uitgestorven. Nu stromen ze vol, maar is mijn vader dood. Elk nieuw getij kent zijn eigen ellende. Dat is nu eenmaal hoe het gaat. Deze persoonlijke shit raakt ons gelukkig niet allemaal. Ik gun iedereen de volle pleinen en cafés, al trek ik mezelf het liefst even terug in mijn cocon. Ik volg het nieuws nog wel. Dat kan ik niet laten.
Er zijn meer dingen veranderd. Hugo de Jonge geeft geen hoogdravende persconferenties meer vol Xenospoëzie, hij gaat nu over Wonen. En eerlijk is eerlijk: hij weet – zeker voor een CDA’er – vastgoedproleten opvallend succesvol het leven zuur te maken.
Heus: ik maak me geen illusies over het narcisme van Hugo de Jonge. De mondkapjesdeal blijft een staaltje cynische machtspolitiek, wellicht genoeg voor........
© Parool
visit website