Het gedrag van Israël is een zwarte bladzijde in het toch al gitzwarte boek van de mensheid

Filosoof, docent Sociale Studies bij Avans Hogeschool

De mensheid hobbelt van catastrofe naar catastrofe en heeft slechts een zeer beperkt lerend vermogen. Of geen lerend vermogen. Een andere conclusie kan ik niet trekken als ik me verdiep in de geschiedenis en naar de actualiteit kijk. Zo ben ik nu wat boeken aan het lezen over het ontstaan van de Verenigde Staten. In het boek van Frans Verhagen over dat onderwerp, kom ik de volgende passage tegen:

“Aanvankelijk waren de betrekkingen (tussen de Britse kolonisten en indianen) vriendelijk, zij het wantrouwend. Geleidelijk aan werden de kolonisten opdringerig, confisqueerden ze landen en soms bemoeiden puriteinse zendelingen zich met het dagelijks leven van de indianen. Dat ging zo een tijdje door tot de Indianen in verzet kwamen door een flink aantal kolonisten te doden en hun nederzettingen te verwoesten. Voor de kolonisten was dat dan weer het excuus om met groot machtsvertoon terug te slaan. Het onvermijdelijke eindresultaat was dat de indianen bruut werden onderworpen of weggejaagd. En dan begon het weer van voor af aan.”

Dit beschrijft de Amerikaanse geschiedenis tussen 1612 en 1750, maar het had zo over het huidige Palestina kunnen gaan. Al zullen er mensen zijn die zeggen dat dit appels met peren vergelijken is. Dat is dan waarschijnlijk omdat ze de appels of peren van deze tijd niet kunnen pruimen en koste wat het kost Israël willen blijven steunen. Ik blijf dat kwaadaardig en onmenselijk vinden en het doet me verdriet dat we als mensheid in pakweg vierhonderd jaar blijkbaar nog geen enkele vooruitgang hebben geboekt.

Eerlijk gezegd denk ik dat er dus geen vooruitgang is. Ik nam me laatst voor om een keer een positief verhaal te schrijven, maar de moed zinkt me steeds weer in de schoenen. Natuurlijk kan ik schrijven dat ik geloof in een internationale aanpak waarbij het algemeen belang geldt, alles wat slecht is voor mens, dier en milieu simpelweg verboden wordt en we steeds kijken naar de menselijk maat en naar de leefwereld van het individu.

Ik kan schrijven dat we moeten werken aan eerlijke internationale handel, waardoor ieder land zich vrij kan ontwikkelen en een gelijke speler op de wereldmarkt kan zijn, zodat losse ontwikkelingshulp minder nodig is. En ik kan er aan toevoegen dat de internationale gemeenschap heus wel snapt dat mensen en landen egoïstisch zijn en vooral goed voor zichzelf willen zorgen, maar dat we tegelijkertijd oorlog en geweld niet meer moeten toestaan. Je lost het maar anders op en gooit al je........

© Joop