Eigenaar van TransCity en Auteur
Hoe moeten we de verkiezingsoverwinning van de PVV duiden? In hoeverre spelen racistische motieven een rol bij de populariteit van de PVV? Stemden óók biculturele Nederlanders op de PVV? En hoe waarschijnlijk is het dat de PVV haar racistische ‘kroonjuwelen’ in de ijskast zet?
Daarover is de afgelopen weken veel zin, maar ook onzin geschreven.
Voordat ik op bovenstaande vragen inga, wil ik beginnen met het ‘goede’ nieuws. Van de 13.473.750 kiesgerechtigden stemden er ‘slechts’ 2.450.878 op de partij van alleenheerser Geert Wilders. Dat is 18,19% van alle Nederlanders die op 22 november naar de stembus mochten. Een kleine 82% van de kiesgerechtigden heeft dus niet op de PVV gestemd. Wilders heeft dus níet de sleutel van het Torentje in handen.
Het slechte nieuws is uiteraard dat de partij tegen de vrijheid ruim groter is dan welke andere politieke partij ook. Nummer 2 GroenLinks-Partij van de Arbeid kreeg ruim 800.000 stemmen mínder.
Nóg slechter nieuws is dat er duidelijke signalen zijn dat de PVV onder jongeren en ‘first time voters’ goed lijkt te hebben gescoord. Daar komt bij dat ook de scholierenverkiezing glansrijk door de PVV werd gewonnen, met vlak daarachter FVD op een tweede plaats: samen behaalden de twee rechts-extremistische partijen een kleine 30% van de stemmen onder middelbare scholieren en mbo-studenten.
Biculturele Nederlanders stemden waarschijnlijk vaker PVV dan BIJ1
In de eerste dagen na de verkiezingsuitslag hoorden we geregeld dat de PVV goed zou hebben gescoord onder biculturele Nederlanders. Daarna verschenen er in de media de nodige onderbouwingen waaruit het tegendeel zou moeten blijken. Hoewel er geen harde cijfers beschikbaar zijn, kunnen we wel indicaties geven.
Stel we leggen de focus op de grote steden, kijken naar de bevolkingsstatistieken van inwoners die het CBS omschrijft als migratieachtergrond, houden rekening met zowel het vroegere stemgedrag van biculturele Nederlanders als hun traditioneel lage opkomst, én noteren het aantal uitgebrachte stemmen per partij; dát extrapoleren we vervolgens naar zowel de landelijke statistieken als een inschatting van de derde generatie. Dan schat ik in dat de PVV onder biculturele Nederlanders hooguit 2 tot 3 zetels kan hebben gehaald… maar dat zijn er dan wel 2 tot 3 meer dan BIJ1. Waarmee biculturele Nederlanders overigens aanzienlijk minder vaak PVV stemden dan gemiddeld in Nederland gebeurde.
Gezien eerdere onderzoeken en ervaringen, kan je de groep biculturele PVV-kiezers waarschijnlijk in twee hoofdgroepen onderverdelen. Om te beginnen de eerste generaties biculturele Nederlanders die onder meer vrezen dat hún positie wordt bedreigd door nieuwkomers zoals vluchtelingen en Oost-Europeanen. En daarnaast enkele jongere kiezersgroepen, in Nederland geboren en getogen, die vanuit een anti-establishment motivatie (soms vrij laat) naar de PVV kunnen zijn geswitcht.
Via FVD naar PVV
Laat ik met die laatste kiezersgroepen beginnen. Die anti-establishment motivatie onder biculturele Nederlanders werd aanvankelijk het sterkst zichtbaar via de aantrekkingskracht van DENK. Maar tijdens de coronapandemie leek ook FVD te profiteren van dat anti-establishmentdenken onder biculturele kiezersgroepen. De weerzin tegen de coronamaatregelen resulteerde onder een deel van de biculturele Nederlanders in sympathie voor de partij van Thierry Baudet.
DENK zag dit met lede ogen aan en is zich mogelijk om die reden gedeeltelijk aan FVD gaan spiegelen. Men werd cynischer waar het ging om de coronamaatregelen en ging zich op sommige thema’s conservatiever opstellen. Denk hierbij onder meer aan de zogenaamde ‘regenboogdwang’........