Interdisciplinair filosoof
Complotdenken over klimaat is verontrustend omdat mensen die in een bepaald complot geloven geneigd zijn sneller een ander complot te accepteren.
Het is 200 jaar geleden dat de Franse wetenschapper Fourier voor het eerst over het broeikaseffect publiceerde. In 1824 beargumenteerde hij dat de atmosfeer een deel van de warmte van de zon vasthoudt, en dat dit effect verantwoordelijk is voor variaties in het aardse klimaat. In 1856 bewees Foote dit in een experiment en beschreef dat CO2 in de atmosfeer voor een hogere temperatuur zou zorgen. Een paar jaar later ontdekte Tyndall bij toeval hetzelfde, waarschijnlijk zonder af te weten van Foote’s bevindingen. En in 1896 creëerde Arrhenius het eerste klimaatmodel. Hij veronderstelde dat de aarde meer dan 5 graden op zou warmen als de concentratie CO2 in de atmosfeer zou verdubbelen. Deze berekening was, zonder computers, indrukwekkend accuraat, in de orde van grootte van tussen de 2,5 en 4 graden die tegenwoordig voorspeld wordt voor een verdubbeling van CO2-concentratie.
Onder het woord ‘Verlichting’ wordt over het algemeen een periode van toenemende rationaliteit en wetenschappelijke attitude van de maatschappij verstaan. Kant zou tevreden zijn geweest over de ontwikkeling die ik tot nu toe geschetst heb. “Wanneer dan nu wordt gevraagd: leven wij in een verlicht tijdperk? Dan is het antwoord: nee, maar wel in een tijdperk van verlichting”, schreef hij in 1784. En een tijdje leek dat ook zo.
Want de koppeling tussen CO2 en andere broeikasgassen enerzijds en de opwarming van het klimaat anderzijds werd steeds accurater berekend. En ondertussen hadden wetenschappers allerlei andere factoren die ook moesten worden meegenomen ontdekt. Crol voegde bijvoorbeeld astronomische factoren toe zoals de relatie tussen de aarde en de zon, en het terugkoppelingsmechanisme waardoor het smelten van ijs........