Striptekenaar en schrijver
‘Have a Coke and a smile!’ was jaren de kreet. “En daarna gelijk door naar de tandarts!” riepen wij kinderen dan, indachtig de wijze woorden van onze moeders hoe slecht dat zoete drankje wel niet was. Je ontroestte hooguit je fietsvelgen met het zwarte spul of veel later, gebruikte men het als alcoholvrij herstelpilsje bij een enorme kater. Drinken deed je het in geen geval, tenzij je de halfjaarlijkse tandartsboor bewust opzocht. Alleen voor masochisten dus.
Fameus was het experiment met de biefstuk die men een nacht lang in een bakje Cola liet liggen. Het arme lapje spiervlees was door de gemene zuren de volgende ochtend nagenoeg opgelost en toverde gruwelbeelden op ons netvlies wat het dan wel in eigen maag zou uitrichten…
Wij dronken thuis geen Cola, dat zal u duidelijk zijn. Joris Driepinter leefde nog (Melk goed voor elk!) en verder was daar de onuitputtelijke keukenkraan.
Eenmaal opgeroepen in een seance zou John Pemberton (de uitvinder van het heilig vergif) zich waarschijnlijk geërgerd afvragen waar de hoeders van zijn nalatenschap anno nu in godsnaam mee bezig zijn. In 1885 registreerde hij zijn receptuur ‘French wine Cola-Ideal Nerve and Tonic Stimulant’ en precies honderd jaar later ging Coca Cola bijna ten onder toen het een formule-ingreep deed (lees daarover vooral het fascinerende boek ‘The real Coke, The real story’ van Thomas Oliver). In 2024 is het ooit medicinale wonderdrankje inmiddels alleen nog maar een ‘te exploiteren concept’ en heeft het alle originele........