Als ‘Grootouders voor het klimaat’ in praatprogramma’s vertellen dat ze zonnepanelen op het dak hebben geplaatst, applaudisseert iedereen. Maar waarom zitten er nooit grootouders in dit soort programma’s die juist vanwege die kleinkinderen zuinig met de erfenis omgaan en subsidie voor zon en wind zonde vinden? Of grootouders die om het klimaat te redden voor kerncentrales zijn, vraagt Simon Rozendaal zich af.
Mijn ene oma (de moeder van mijn moeder) stond op de keukentafel en droeg Dikkertje Dap voor. De andere was van de zwartekousenkerk. Kwam ze op visite, dan vroeg mijn vader (groenteboer op Katendrecht) de hoeren of ze niet voor de etalage wilden staan.
Het waren sterke vrouwen. De uitbundige zorgde voor haar gezin (drie kinderen, geen man, geen geld) door tijdens de Hongerwinter met de fiets eropuit te trekken en bij boeren om voedsel te bedelen. De zwartekousen-oma leidde een verzetsfamilie. Toen haar zoon Koen door de Duitsers werd gefusilleerd, riep ze alle kinderen bijeen en zei dat ze door moesten gaan in het verzet, want de moffen waren smeerlappen.
Ik heb dus van mijn oma’s geleerd dat er een verschil is tussen goed en kwaad (ook nu: Poetin en de Russen zijn smeerlappen, Oekraïne verdient alle steun, zo simpel is het soms) en dat vrouwen als het erop aankomt (baren en oorlog, leven en dood) onverzettelijk zijn. Van mijn opa’s heb ik niets kunnen leren, want die waren voor mijn geboorte al overleden.
In dat opzicht is de jeugd van nu gezegend. De levensverwachting nam in de twintigste eeuw met dertig jaar toe en dus wemelt het van de grootouders. Die zijn, zoals ze in de meeste culturen weten, wijs. Op en neer vliegen voor een hengstenbal in Praag, door rood rijden, na-ons-de-zondvloed-gedrag: het wordt zelden vertoond door bejaarden. En zodra de relschoppers zelf kinderen krijgen, is het meestal over met het gooien van rookbommen op het veld en zo.
Onlangs waren er weer eens een paar ‘Grootouders voor het Klimaat’ in een praatprogramma. Ze hadden hun kleinkinderen meegenomen en speciaal voor hun toekomst zonnecellen op het dak geplaatst. Iedereen vertederd, applaus alom. Maar waarom?
Waarom zitten er nooit ‘Grootouders voor het Klimaat’ (een in 2016 opgerichte beweging ‘die alle kleinkinderen een leefbare wereld gunt’) in zo’n programma die het zonde van het geld vinden, al die directe en indirecte subsidies voor windmolens en zonnecellen die bij ons het landschap verzieken en een enorme milieuvervuiling in arme landen veroorzaken?
Van grootouders leren kinderen dat je een euro maar één keer kunt uitgeven. Veel oudere Nederlanders hebben een spaarpotje dan wel een afgelost huis en loodsen dat nu of na hun dood door naar hun kinderen en kleinkinderen. Ook zuinig zijn en sparen, is je ‘kleinkinderen een leefbare wereld gunnen’.
Een golfvriend werd door kennissen berispt omdat hij niet voor zonnecellen is. ‘Jij denkt niet aan de toekomst!’ Wat een groene dwingelandij. Die zogenaamde ‘Grootouders voor het Klimaat’ willen zonnecellen en windmolens die er maar mondjesmaat in slagen om fossiele brandstoffen te vervangen. Daarmee doen ze niet alleen een greep in de nationale schatkist (ook een voor hun kleinkinderen bedoelde erfenis), maar beperken ze tevens de keuzevrijheid van de jeugd: misschien hebben die tegen de tijd dat ze zijn afgestudeerd veel betere ideeën om het klimaatprobleem aan te pakken.
Een andere vriend, Peter van Dijk, met wie ik vroeger bij NRC Handelsblad veel artikelen en twee boeken heb geschreven, vertelde eens dat hij als kleine jongen met zijn voet klem zat in de spoorrails en in paniek raakte omdat hij een trein zag naderen. Zijn opa bleef rustig en hielp hem de veters van zijn schoen los te maken, waardoor hij zijn voet uit de schoen kon trekken en de schoen uit de rails.
Ook die wijsheid kunnen grootouders overdragen: wat is het probleem en wat kunnen we eraan doen?
Verstandige grootouders die hun kleinkinderen een leefbare wereld gunnen, slaan geen acht op de paniekzaaierij van Gerrit Hiemstra en Greta Thunberg (‘Het huis staat in brand, dus paniek is juist goed’). Zij komen tot de conclusie dat er ook nu al betere ideeën zijn om het klimaatprobleem aan te pakken, dat kernenergie weliswaar nadelen heeft (afval, straling, ongelukken, proliferatie) maar dat je fossiele brandstoffen daarmee wél kunt vervangen.
Mogen deze grootouders ook eens in een talkshow uitleggen, omringd door hun liefhebbende kleinkinderen, waarom ze het atoom omhelzen?
Willen de echte klimaatoma’s en -opa’s opstaan?
11
0
31.05.2023
Als ‘Grootouders voor het klimaat’ in praatprogramma’s vertellen dat ze zonnepanelen op het dak hebben geplaatst, applaudisseert iedereen. Maar waarom zitten er nooit grootouders in dit soort programma’s die juist vanwege die kleinkinderen zuinig met de erfenis omgaan en subsidie voor zon en wind zonde vinden? Of grootouders die om het klimaat te redden voor kerncentrales zijn, vraagt Simon Rozendaal zich af.
Mijn ene oma (de moeder van mijn moeder) stond op de keukentafel en droeg Dikkertje Dap voor. De andere was van de zwartekousenkerk. Kwam ze op visite, dan vroeg mijn vader (groenteboer op Katendrecht) de hoeren of ze niet voor de etalage wilden staan.
Het waren sterke vrouwen. De uitbundige zorgde voor haar gezin (drie kinderen, geen man, geen geld) door tijdens de Hongerwinter met de fiets eropuit te trekken en bij boeren om voedsel te bedelen. De zwartekousen-oma leidde een verzetsfamilie. Toen haar zoon Koen door de Duitsers werd gefusilleerd, riep ze alle kinderen bijeen en zei dat ze door moesten gaan in het verzet, want de moffen waren smeerlappen.
Ik heb dus van mijn oma’s geleerd dat er........
© Elsevier
visit website