Historicus

In een welgeordende maatschappij als de onze worden ontrechting, uitsluiting en vervolging tot stand gebracht door nauwgezette functionarissen die het vertrouwen genieten van het publiek.

Ben Hamburger heeft fundamentele kritiek op de serie “De Joodse Raad”. Het publiek wordt afgeleid van waar het om gaat doordat de morele dilemma’s van de hoofdpersonen centraal staan. Daardoor ontgaat de kijker de kern van de zaak: de duivelse structuur die de nazi’s hadden opgebouwd. Ergens in zijn stuk noemt Hamburger Bertolt Brecht. “Bertolt Brecht zette de structuur op het podium als personage”.

Dat is de kernzin. De grote Duitse toneelschrijver en dramaturg zou De Joodse Raad inderdaad slecht besproken hebben. Tegenover de burgerlijke vorm, waarvan de EO zo’n schitterend voorbeeld geeft, plaatste hij het zogenaamde episch theater. Dat wil het publiek begrip geven voor de verkeerde structuren van de maatschappij. Dan moet het niet van de hoofdzaak worden afgeleid door de dramatiek van de hoofdrolspelers of emotionele elementen in het verhaal. Het gaat er immers om niet het gevoel aan te spreken maar de ratio. Anders is politiek bewustzijn niet tot stand te brengen. Op het toneel wordt dan ook niet geprobeerd een werkelijkheid na te bootsen, zoals in De Joodse Raad gebeurt. Het moet juist duidelijk zijn dat er wordt gespééld. Er zijn allerlei manieren om dat te bereiken: een vervreemdend decor, een verteller buiten de handeling om, overdreven spel.

Brecht heeft bijzondere resultaten bereikt. Denk aan de Dreigroschenoper of Mutter Courage und ihre Kinder. Je moet wel van goeden huize komen om van episch theater iets behoorlijks te maken. Zo rond 1970 begon de methode Brecht aan een soort revival en leeftijdgenoten van mij herinneren zich zeker nog de irritante en ergerlijke shit die dit vaak tot gevolg had. Ook mag men zich afvragen of het episch theater alleenzaligmakend is als je dingen aan de kaak wilt stellen. Is dan een benadering waarin de ethische dilemma’s van de hoofdpersonen centraal staan, niet bij uitstek geschikt? Juist omdat de kijkers worden uitgenodigd zich in hun leven, ziel en emoties in te leveren? Tegelijkertijd mag men zich afvragen of bij zo’n aanpak de structuren werkelijk op de achtergrond blijven.

Het knappe van de dramaserie De Joodse Raad is de manier waarop de schijn van normaliteit in beeld wordt gebracht. De meeste scènes spelen bij de protagonisten thuis, op kantoor, in de kinderkliniek en – soms – in het café. Daar gaat alles er rustig en ordelijk aan toe. Geweld is in de hele serie nauwelijks zichtbaar. Professor Cohen begeeft zich dagelijks met zijn aktetas naar zijn voorzitterskamer waar hij bejegend wordt met de eerbied die tachtig jaar geleden voor chefs en bazen schering en inslag waren. De vergaderingen hebben een geregeld verloop. Bij vrijwel iedereen staat een nauwgezette ambtsvervulling op de voorgrond. SS Sturmbahnführer Aus der Fünten houdt niet van tegenspraak maar over het algemeen stelt hij zich op als een welopgevoed officier. Niet voor niets zijn de muren in het Holocaustmuseum met wetten en voorschriften behangen.

Een wezenskenmerk van de Duitse bezetting in het algemeen was het gegeven dat het leven op wat ongemak na gewoon leek door te gaan. Je kreeg over het algemeen je vertrouwde krantje in bus al waren er inhoudelijk wel wat verschuivingen. In de eerste jaren was er zelfs sprake van een hoogconjunctuur en in het uitgaansleven werden smakken geld verdiend. Als na zonsondergang de verduisteringsgordijnen zorgvuldig waren gesloten, kon het thuis heel gezellig zijn met de radio aan en spelletjes op tafel. Als die joodse mensen ineens waren verhuisd, kwamen er nieuwe buren. Dat bleken net zo goed keurige mensen. Mijn moeder zei na de oorlog: “Je kunt van de moffen zeggen, wat je wilt maar ze maakten lekkere muziek”.

Voor het overige moesten ze bij haar thuis niets van de moffen hebben. Mijn opa zat bij de koopvaardij op zee. Zijn gezin ontving uit de illegale Zeemanspot financiële ondersteuning want de bezetter had de rederijen verboden de gages van varensgezellen uit te betalen. Uit die Zeemanspot is later het grote spel met de Nederlandsche Bank en de financiering van het Verzet voortgekomen maar dat is een ander verhaal. Ir. Willem Hupkes, directeur van de NS, die de treinen van Westerbork liet vertrekken, stond op de golfbaan toen hem het bericht bereikte dat de regering in Londen een spoorwegstaking had uitgeroepen.

Op 20 januari 1945 schreef Het Vaderland:

“Langzaam maar zeker doet de suikerbiet zijn intrede in het leven van de Hagenaars, zij het voorlopig alleen nog maar de bonnen, die perspectieven openen op toekomstige porties bieten, hier en daar is de kennismaking toch al reeds iets intiemer. Zoo kan men dee dagen de kans loopen dat men, wanneer men een restaurant bezoekt, plotseling een bord bietenpap op de spijskaart ziet staan. Dat beteekent dan dat er dien dage in de keuken van de desbetreffende instelling een demonstratie wordt gegeven van de mogelijkheden welke de suikerbieten voor het restaurantbedrijf leveren. Gisteren waren we aanwezig in het Gouden Hoofd, waar we de reactie van het publiek op het voor hem toch nog onbekende publiek hebben gadegeslagen. Een reactie die, die overigens bij ieder dezelfde was. Eerst even vragen, dan goed proeven en vervolgens aandacht wijden aan het zeer smakelijk uitziende en smakende vocht. Geen druppel is er gisteren overgebleven. We voegen hier oogenblikkelijk aan toe dat het hier uitsluitend ging om één enkele demonstratie. De tijd dat de pap gemeengoed zal zijn geworden in de restaurants, is nog niet aangebroken. Men dringt echter op spoed aan.”

Bij wie dit nu leest, komt het woord “surrealisme” naar boven al wordt dat dan niet helemaal juist gebruikt.

Dit surrealisme is de grote les van De Joodse Raad. En het gegeven dat in een welgeordende maatschappij als de onze ontrechting, uitsluiting en vervolging keurig volgens de juiste procedure tot stand wordt gebracht door nauwgezette functionarissen die het vertrouwen genieten van het publiek.

Dat is de grote les van De Joodse Raad voor nu, voor ons, voor straks, nu in Den Haag twee betrouwbare mannetjes een toekomst zitten te faciliteren.

De schijn van normaliteit en onschuld of: “Je kunt van de moffen zeggen wat je wilt maar ze maakten lekkere muziek”. De componist Willy Richartz was zo nuttig voor de nazi’s, dat Goebbels hem op de lijst van “door god begenadigden” zette. Daarop stonden kunstenaars die zo belangrijk waren voor de propaganda dat ze niet in dienst hoefden. Na de oorlog stichtte hij een organisatie van Duitse componisten.

Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.

Beluister Het Geheugenpaleis, de wekelijkse podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis. Nu: wie heeft er baat bij onthullingen over betalingen uit Rusland?

Meer over:

QOSHE - Het knappe van ‘De Joodse Raad’ is de manier waarop de schijn van normaliteit zichtbaar wordt gemaakt - Han Van Der Horst
menu_open
Columnists Actual . Favourites . Archive
We use cookies to provide some features and experiences in QOSHE

More information  .  Close
Aa Aa Aa
- A +

Het knappe van ‘De Joodse Raad’ is de manier waarop de schijn van normaliteit zichtbaar wordt gemaakt

10 2
03.04.2024

Historicus

In een welgeordende maatschappij als de onze worden ontrechting, uitsluiting en vervolging tot stand gebracht door nauwgezette functionarissen die het vertrouwen genieten van het publiek.

Ben Hamburger heeft fundamentele kritiek op de serie “De Joodse Raad”. Het publiek wordt afgeleid van waar het om gaat doordat de morele dilemma’s van de hoofdpersonen centraal staan. Daardoor ontgaat de kijker de kern van de zaak: de duivelse structuur die de nazi’s hadden opgebouwd. Ergens in zijn stuk noemt Hamburger Bertolt Brecht. “Bertolt Brecht zette de structuur op het podium als personage”.

Dat is de kernzin. De grote Duitse toneelschrijver en dramaturg zou De Joodse Raad inderdaad slecht besproken hebben. Tegenover de burgerlijke vorm, waarvan de EO zo’n schitterend voorbeeld geeft, plaatste hij het zogenaamde episch theater. Dat wil het publiek begrip geven voor de verkeerde structuren van de maatschappij. Dan moet het niet van de hoofdzaak worden afgeleid door de dramatiek van de hoofdrolspelers of emotionele elementen in het verhaal. Het gaat er immers om niet het gevoel aan te spreken maar de ratio. Anders is politiek bewustzijn niet tot stand te brengen. Op het toneel wordt dan ook niet geprobeerd een werkelijkheid na te bootsen, zoals in De Joodse Raad gebeurt. Het moet juist duidelijk zijn dat er wordt gespééld. Er zijn allerlei manieren om dat te bereiken: een vervreemdend decor, een verteller buiten de handeling om, overdreven spel.

Brecht heeft bijzondere resultaten bereikt. Denk aan de Dreigroschenoper of Mutter Courage und ihre Kinder. Je moet wel van goeden huize komen om van episch theater iets behoorlijks te maken. Zo rond 1970 begon de methode........

© Joop


Get it on Google Play